Yoast gaat WordPress verbeteren

Vroeger kon je met trucjes zorgen dat je website beter gevonden werd door Google. Tegenwoordig is optimalisatie het devies. Yoast is daarbij een befaamde hulp, met software en cursussen die helpen om websites te optimaliseren en zo vindbaar te maken in zoekmachines en op social media. Oprichter Joost de Valk heeft sind skort ook de taak om de marketing van WordPress naar een hoger plan te tillen. “Het verhaal van WordPress is altijd heel erg slecht verteld.”

Yoast maakte een stormachtige groei door: in 2015 had het bedrijf twintig werknemers, vijf jaar later zijn dat er meer dan honderd: 85 mensen in Wijchen en dan nog een kleine twintig in de rest van de wereld. “We hebben negen miljoen websites die onze software draaien. Dat is 6 tot 7 procent van het internet en ongeveer 12 procent van de top één miljoen websites. Best groot eigenlijk. Het grootste gedeelte van de gebruikers maakt gebruik van onze gratis software. We hebben intussen ook 350.000 betalende klanten waarmee we ons personeel betalen.”
Van de gebruikers zit 99 procent op WordPress. Daar helpt Yoast gebruikers door blokkades automatisch op te ruimen. “Wat wij doen is eigenlijk tweeledig: aan de ene kant proberen we zoveel mogelijk technische barrières weg te halen. Dat houdt in dat we proberen alle dingen die voor Google technisch geregeld moeten zijn, zoveel mogelijk automatisch te regelen. Gebruikers hoeven daar niet over na te denken. We geven ook feedback over hoe je schrijft. Je geeft een bepaald zoekwoord waarmee je gevonden wilt worden, en wij kijken of je dat wel goed doet. Daarnaast geven we algemene feedback over de leesbaarheid van tekst, omdat we steeds vaker zien dat daar toch wel een hoge correlatie is met vaker gedeeld worden en goed gevonden worden. Een beter leesbare tekst wordt makkelijker gedeeld.”

AD BY STREAMADS

De marketing van WordPress
De Valk besteedt een deel van zijn tijd rechtstreeks aan het opensourceproject WordPress.org. “Ik heb de taak gekregen om de marketing van WordPress als geheel naar een wat hoger plan te tillen. Het verhaal van WordPress is altijd heel erg slecht verteld. Het is enorm gegroeid, maar de afgelopen paar jaren zijn andere systemen gegroeid. Die hebben relatief weinig marktaandeel, maar verdienen daarmee zoveel geld dat ze enorme marketingcampagnes kunnen wegzetten. Daarmee hebben ze wel impact op hoe de markt wordt verdeeld. Het is dus van belang om daar zo langzamerhand wat tegenover te zetten.”

Het werk voor WordPress. org is een vrijwilligersbaan. Het kost De Valk ongeveer een halve tot een hele dag per week. “Er is niemand die betaald krijgt voor het werk aan WordPress zelf. Ik weet niet of dat op de lange termijn een houdbare situatie is. Daar wordt ook wel naar gekeken: moet dat anders? WordPress heeft nu een marktaandeel van 33,4 procent van het web: meer dan een derde van het web draait op WordPress. Dat is groots, helemaal als je weet dat de nummer twee een aandeel heeft van iets minder dan 3 procent.”

“Geld verdienen is sowieso een slechte reden om wat dan ook te doen”

Naast de functie van De Valk besteedt Yoast als bedrijf ook veel tijd aan WordPress. “We besteden al 20 procent van onze werktijd aan WordPress. Een belangrijk deel van die tijd gaat zitten in het beter maken van WordPress. Daar verdienen we niks mee, maar geld verdienen is sowieso een slechte reden om wat dan ook te doen. Wij geloven dat als we het product beter maken, dat het goed is voor iedereen: dat het de taart groter maakt en daarmee ook ons deel van de taart. Yoast heeft 40 tot 50 procent aandeel in de WordPress-markt. De kans dat dat 90 procent gaat worden, is niet heel erg groot. Om te groeien moet WordPress groeien en moet het dus beter worden. Daarom stoppen we er tijd in. Het is een hele economische rekensom. En tegelijkertijd vind ik alles wat je kunt doen om open source verder te brengen belangrijker dan wat dan ook.”

Het belang van open source
Opensource-technologie zorgt ervoor dat ook mensen zonder geld toegang krijgen tot het internet. “Dat iedereen een website kan bouwen en dankzij onze software gevonden kan worden, vind ik een heel groot goed. En dat vind ik uiteindelijk belangrijker dan geld verdienen.”

“Als wij willen groeien, dan moet ook WordPress groeien”

Sinds De Valk een deel van zijn tijd aan WordPress besteedt, is hij afgetreden als CEO van Yoast. Die taak is overgenomen door zijn vrouw. “Zij heeft al jaren veel meer gevoel voor het structureren van zo’n organisatie. Dat bij elkaar trekken, groter krijgen en dingen af krijgen. Die hele projectmanagementstructuur kan zij zoveel beter dan ik. Ik ben me weer meer op het product gaan focussen en schrijf weer code: ik vind het heerlijk. Ik ben dus het liefste aan het coden en dingen bouwen. Daar word ik heel blij van. Ik vind het ook leuk om met Google te bellen en ze te dwingen tot aanpassingen.”

Op naar meertaligheid
Yoast focust zich op dit moment op het beschikbaar maken van de software in meerdere talen. “Dan loop je tegen hele basale problemen aan en dan kom je erachter hoe Westers je bent. We hebben onze hele analyse van tekst gebaseerd op het feit dat we woorden kunnen scheiden door naar spaties en punten te kijken. Dat blijkt dus niet voor alle talen zo te werken. Daarmee wordt het veel complexer. Ik zou het wel heel tof vinden als we onze software beschikbaar kunnen maken voor iedereen die dat wil gebruiken.”

Voor de meertaligheid worden specialisten ingeschakeld. “Ik denk dat we over twee jaar een heel eind verder zijn. Je hoeft daar niet per se native speakers voor in huis te hebben, maar dat maakt het wel een stuk makkelijker. We intussen hebben wel een hoop mensen die net iets te veel talen spreken. Wijchen ligt vlakbij Nijmegen, waar een hele actieve taalwetenschap-faculteit zit. We hebben een hoop studenten die van daaruit bij ons komen meewerken.”

Er zit ook groei in de online cursussen die Yoast aanbiedt: “Ons academyproduct groeit ook als kool. We hebben nu vijftigduizend studenten. Het wordt business-wise ook steeds interessanter. Er valt nog een heleboel in te ontdekken. Er is al wel heel veel op het terrein van e-learning, maar ik schrik toch wel vaak van de kwaliteit. Daar zijn ook nog wel de nodige stappen te maken en zullen we ook zelf dingen moeten bouwen.”